grammatica
Ik kom er niet helemaal uit, de regels van onze fraaie taal:
109. Een eigenaardigheid van de persoonlijke voornaamwoorden is, dat de casus obliqui niet van de nominatiefstam door toevoeging van een naamvalselement gevormd zijn, maar dat ze over 't algemeen van een andere stam komen. De dualis is nog in 't ogm. (ook in 't got.) bewaard (vgl. § 96); verschil van genus komt alleen bij het pronomen van de 3de persoon (niet bij het reflexief) tot uitdrukking. Veelal leidt een verschil in klemtoon tot een verschil in vorm. De bezittelijke vnw. zijn in vorming nauw verwant met de gen. van de persoonl. vnw., waarmee ze in betekenis immers ook veelszins overeenstemmen (mijn boek = het boek van mij.)
Via: Taalpost, van de Digitale Bibliotheek van de Nederlandse Letteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat je vind moet je teruggeven: