een fijne terrassing
We hadden afgesproken op het terras. Een laatste sprankje zon voor de
hollandsche bitterkou weer in zou treden, vast met regen en ontij en
meer van dies. Na enige tijd kwam een man op leeftijd aangelopen,
zo tegen de zeventig. De knopen van zijn roze overhemd scheef
dichtgeknoopt en hij liep te snoepen uit een pak bastognekoeken,
die hij na een hap in een broekzak trachtte te stoppen.
Ik zie hem wel vaker lopen in de stad. Zeg hem altijd vriendelijk
goeiedag, en daar blijft het dan bij. Echter, mijn terrasgezelschap
sprak hém kennelijk zeer aan; hij hield stil en ging, na het keurig
gevraagd te hebben, bij ons aan tafel zitten.
Bij het plaatsnemen, dat valt niet mee met een pak bastognekoeken
in je zak, kwam uit de andere broekzak en passent nog één sok
en een scheerkwast tevoorschijn. Je kunt het maar bij je hebben nietwaar.
De man lustte bier, was geboren nabij St. Maarten, zijn ouders waren
overleden en hij had een takkewijf als schoonzus. Enerzijds volslagen
verward, aan de andere kan met scherpe blik: hij zag ons aan voor
getrouwd stel, maar "hij" [ik] had zeker geen zin om zijn ring te dragen.
"Jullie zijn een rustig jachie" volgde moeiteloos op de inhoud van de
erfenis van zijn moeder. De vetvlekken op zijn overhemd bleven me aanstaren.
"Hij is wat stil, maar hij snapt het wel. En jij hebt een lekker bekkie".
De man zou spreekwoordtegeltjes hebben kunnen vullen, gelijk Toon H.
en onze eigen rooie Dirruk. En zo lieten we hem zitten, een bodempje bier
in het glas, zijn gedachten heel ergens anders.
Zo gaan wij om met de ouderdom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat je vind moet je teruggeven: