op herhaling
Tegen de tijd dat de beek bij de rand van het woud
was gekomen, was hij groot geworden, zodat hij nu
bijna een rivier was, en nu hij groot was, holde en
danste en spatte hij lang niet meer zo als toen hij
nog jong was, maar bewoog zich langzamer. Want
nu hij wist waarheen hij ging en hij zei bij zichzelf:
"Er is geen haast bij. We zullen er wel eens komen,
op een dag."
Van: isbn 90-6441-064-x
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat je vind moet je teruggeven: