afscheid
[onderkort uit het NHD]




Blom wilde raad onder glazen stolp uittrekken

Had Joke Blom al een grote staat van dienst, met haar volledig onverwachte en veel te vroege overlijden overheerst het gevoel dat ze nog veel meer voor de stad had kunnen betekenen.

Het was geen eenvoudige vraag geweest, zei ze begin deze maand nog: de vraag of ze zich kandidaat wilde stellen. Maar Joke Blom beantwoordde hem ronduit positief. Ze kon de rol van wethouder aan, wist ze. 'Ik acht me in staat elke portefeuille te vervullen', zei ze bij die gelegenheid.

Maar het was zonneklaar dat de onderwerpen die ze onder haar hoede zou krijgen haar bijzondere liefde hadden, zeker welzijn en cultuur. Eigenlijk stond ze op het punt de baan te krijgen die haar op het lijf geschreven leek.

Want Joke Blom had een rijk en actief verleden in Alkmaar. Ze was betrokken bij de oprichting van het Blijf van m'n Lijf-huis en in de jaren tachtig bemoeide ze zich met de oprichting van menige welzijnsorganisatie of voorloper daarvan.

Ze stond aan de wieg van een projectgroep voor jongerenhuisvesting, in een tijd dat er nauwelijks een organisatie voor jongeren was. Ze is betrokken geweest bij het COC, deed zelf vrijwilligerswerk en was actief bij de stichting Cultuurpark De Hout.

Vandaar dat het voor haar vertrouwd voelde om nu als wethouder op al die terreinen aan de slag te gaan. Joke Blom kende veel organisaties nog van jaren her, en ze verheugde zich dat ze al die bekenden in haar dagelijks werk aan tafel zou treffen.

In de gemeenteraad was ze nadrukkelijk aanwezig, de laatste tijd steeds meer als voorzitter: streng en kordaat deed ze dat, maar ook rechtvaardig en zeker niet zonder de haar kenmerkende humor en luide lach.

In de afgelopen jaren verdiepte Joke Blom zich in het dualisme, de nieuwe relatie die gemeenteraad en college van burgemeester en wethouders met elkaar aan moesten gaan. Blom was er een groot voorstander van. Ze zag het als de manier om de politiek om onder de glazen stolp vandaan te halen. De gemeenteraad moet het initiatief naar zich toetrekken, moet de plek zijn waar de burger terecht kan met zijn vragen en wensen.

En moeten mensen niks van politiek hebben? Ze verwachten er toch veel van, stelde Blom twee jaar geleden vast. ,,Het is niet handig om op een verjaardagsfeest te zeggen dat je raadslid bent. Je krijgt altijd discussie. Dat vind ik niet erg. Bovendien blijkt dan dat mensen zich er dus wél druk over maken.''