dicht
Ik was daarginds en heb u wreed gemist,
Ondanks de schoonheid van 't vervulde jaar,
Ik was er en toch niet, want zeker is 't :
Dit zijn zelf was onwerklijk en onwaar.
En thans kwaamt gij als hadt gij u vergist
In dag en uur. Wat hield ons uit elkaar ?
Ik was daar niet toen 'k u ver van mij wist,
Nu gij er zijt, mijn lief, nu ben ik daar.
Men spreekt tot mij, ik hoor mijzelven spreken,
Zij zien mij hier en 'k ben van hen geweken,
Zij noemen mij en noemen enkel schijn,
Ik moet den jubel aan mijn klacht ontscheuren ;
Ik ben met u in tijdeloos gebeuren ;
Hoe kunnen wij dan nu nog eenzaam zijn ?
Jan Dideriksz (1921)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat je vind moet je teruggeven: